h

‘WORK FIRST, EARST WURK’: EEN SLECHTE GRAP

3 mei 2006

‘WORK FIRST, EARST WURK’: EEN SLECHTE GRAP

Het gebruik van misleidende namen is al van oudsher een goed gebruik in ambtelijke en politieke kringen. ‘Work First’ - dat om de FNP tevreden te stellen in Kollumerland en Achtkarspelen onder de naam ‘Earst Wurk’ door het leven gaat - is daarvan een goed voorbeeld. Met ‘werk’ heeft ‘Work First’ weinig te maken, tenzij je het creëren van werkgelegenheid voor een leger aan hulpverleners, reïntegratiebedrijven en ambtenaren daartoe rekent.

Op het risico af de FNP definitief tegen me in het harnas te jagen zal ik in het vervolg gewoon de term ‘Work First’ hanteren. ‘Work First’ is een aantal jaren geleden uit de Verenigde Staten over komen waaien waar het met nogal wisselend succes in diverse staten wordt toegepast. ‘Work First’ was succesvol bij degenen die toch al kansrijk waren op de arbeidsmarkt (en hoogstwaarschijnlijk ook zonder ‘Work First’ wel werk hadden gevonden). Het was weinig succesvol bij degenen die minder kans hadden op de arbeidsmarkt, al slaagde het er wel in deze groep in diepe armoede te dompelen. Aangezien het belangrijkste doel van ‘Work First’ niet lag in het creëren van werkgelegenheid maar in het beperken van het beroep op de bijstand, lagen slechts weinigen daar wakker van.

Aan het eind van de jaren ’90 werd het concept enthousiast omhelsd door een aantal managers in de Nederlandse sociale zekerheid, waarschijnlijk vooral omdat het hen in staat stelde een stoere indruk te maken.

Hoe dat ook zij, inmiddels is een flink aantal Friese gemeenten met het ‘Work First’ principe in zee gegaan. Uitgangspunt van ‘Work First’ is dat alle bijstandsgerechtigden via kortdurende trajecten dienen uit te stromen naar regulier betaald werk. Dit op zich loffelijke streven wordt echter ernstig ondergraven door de instrumenten die men daarbij inzet en die een integraal onderdeel uitmaken van ‘Work First’. Veel van die instrumenten nodigen uit tot misbruik en worden dus ook ernstig misbruikt.

Zo zijn kortdurende werkstages een centraal onderdeel van ‘Work First’. Daarbij worden werkzoekenden gedurende een aantal maanden op projecten geplaatst waar ze zogenaamd werkervaring opdoen. In plaats van zinnige activiteiten te ontwikkelen, hebben veel gemeenten – waaronder de samenwerkende gemeenten in Noordwest Fryslân - volkomen fantasieloze projecten bedacht als het in fabriekshallen produceren van klerenhangers. Enig geld wordt daarmee niet verdiend, het werk gebeurt met behoud van uitkering. Vanzelfsprekend is dit is niet veel meer dan een met fraaie praatjes omgeven vorm van ordinaire uitbuiting. Geen wonder dat de VVD-afdeling in Achtkarspelen zo’n hartstochtelijk voorstander is van ‘Work First’.

De zogenaamde werkstages liepen enkele jaren geleden zelfs zodanig uit de hand dat toenmalig staatssecretaris Rutte zich gedwongen zag de gemeenten via een rondzendbrief te wijzen op de wettelijke beperkingen. Inmiddels is Rutte als staatssecretaris vervangen door van Hoof wiens ideeën meer overeenkomen met de feodale opvattingen over arbeidsverhoudingen die men er in Noordwest Fryslân op na houdt.

Net als in de VS worden de resultaten van ‘Work First’ sterk overdreven. Nauwkeurige bestudering van de werkelijke uitstroomcijfers laten zien dat een ‘Work First’ aanpak een licht positief effect heeft op de groep kansrijke uitkeringsgerechtigden. Op de overige groepen heeft ‘Work First’ geen meetbaar effect. Vanzelfsprekend tonen de voorstanders uitsluitend de cijfers die betrekking hebben op de eerste categorie en worden de overige cijfers zorgvuldig verzwegen of - indien nodig – gemanipuleerd.

Voordat de gemeenteraad in Achtkarspelen akkoord gaat met deze herintroductie van
19e-eeuwse arbeidsverhoudingen doet ze er goed aan eerst eens bij belangenorganisaties en vakbonden te informeren naar de werkelijke effecten van ‘Work First’. Die zijn heel anders dan het beeld dat gladde managers er van verkopen.

Pyt van der Galiën, Sp-lid

U bent hier